donderdag 26 januari 2017

Vogelvlucht

Vandaag vierden we gedichtendag in 't Werkhuys met schrijvers en muzikanten van de Academie van Borgerhout. Het thema : humor. Hier de poetische column die ik op het podium bracht.

Ik woon net onder de kerktoren in een doodgewone straat in een doodgewoon huis. Toen ik het kocht was het een krocht. Een puntdak dat lekte. Ik wou slapen onder dat dak, onder het dakraam, om sterren te tellen. Het tellen van tikkende waterdruppels in opvangpotjes, stond niet in mijn bucketlist.
In de verwilderde tuin vochten katten en vogels veldslagen uit. De vogels zochten, moegestreden, hun toevlucht tot het dak waar ze vooral in de vroege ochtend trippelend ronddansten. Eraf dus, dat dak.

Als ik wou dat die vogels me niet ongewild uit Morpheus armen zouden halen, moest ik een water- en vogelproof dak hebben. De aannemer kon me zo'n dak aanbevelen. Metaal, glad, met ribbels. Het dak kwam er, de vogels bleven.

Nu, jaren later, zijn de vogels er nog. Duiven die vanaf het eerste daglicht hun roekoerende liefdesliedjes op mekaar afsturen.
Met natuurlijke wijsheid heeft het gemeentebestuur beslist om valken in de toren te laten huizen. Zoals bekend lusten valken duiven rauw. Valken duiken als een raket. Duivenpluimen dwarrelen als sneeuwvlokken langs mijn dakraam. Dank u, valk.

Krassende kraaien maken nu grote sier op mijn dak. Kraaien zijn te groot voor de valken. In de ochtendschemering komen ze aanvliegen vanuit de bomen. Luidruchtig stommelen ze boven mijn hoofd, zodat mijn geliefde Morpheus alweer vertrekt en mij wakker achterlaat.
Kraaien krassen in koor terwijl ze al vechtend van mijn dak schuiven … tot in de goot. Met verschrikte, slaapdronken ogen staar ik naar het raam: hier een flard van een vleugel, daar een opengesperde snavel of een kluwen ineen gehaakte poten en klauwen. Het krassen wordt krijsen, tot ik, moegetergd, de klaarliggende fluogroene swiffer vastgrijp en een paar keer tegen het raam bonk. Belaagd door een onbekend groen monster, ontknopen ze hun poten, houden ze hun snavels. Ze wieken weg, vervagen in de mist.
Het wordt rustig … voor even. Want de mens wikt, maar de natuur beschikt