woensdag 17 september 2014

Miao


De Miao is een bergvolk, een etnische minderheid in het grote China.  Ze wonen in het zuidwesten van het immense land.  Mao Tse Dong had een zwak voor de minderheden, waardoor er nog veel elementen van hun cultuur zijn bewaard.  Hun dorpen liggen lieflijk verspreid tussen steile, maar vruchtbare hellingen.  Het klimaat is mild in die streken, waardoor de rijst goed gedijt op de eindeloze terrassen die tegen de bergwanden aan liggen.

Veel blanken hebben de bewoners nog niet ontmoet en de meesten zijn dan ook vriendelijk, maar een beetje schuw.  Ze wijden zich, grotendeels op straat, aan hun dagelijkse taken en lijken niet geïnteresseerd in een fotograferende westerling.  Je voelt echter de nieuwsgierigheid in je rug steken zodra je bent gepasseerd.  Ik denk dat ons bezoek nog dagenlang brandende actualiteit is geweest.

Deze dorpen zijn nog vastgeroest in het oude China van voor de opstanden en revoluties in de negentiende en twintigste eeuw.  Die zijn hier voorbij geraasd maar hebben niets fundamenteels veranderd.  De huizen worden nog altijd opgetrokken in hout, verankerd met zwaluwstaart  verbindingen en houten pennen.  De opbrengst van de laatste oogst is op straat uitgespreid om te drogen.  Dat maakt het gemakkelijker om de voedzame korrels eruit te dorsen.  Dikke, vetgemeste varkens rollebollen in de modder naast het huis en wachten erop om te worden geslacht.  Hier geen ronkende motoren van een eindeloze stroom auto's en vrachtwagens zoals in de grote steden.  Kinderen kunnen hier op straat spelen onder het toeziend oog van hun familie.  De rivier is nog altijd de openbare wasplaats, waar de meisjes en vrouwen tijdens het werk met mekaar kunnen kletsen.

Op het grote plein in het midden van het dorp staat een houten
standbeeld -een paal versierd met buffelhoorns- het symbool van hun verwantschap.  De buffelhoorns komen ook terug op de feestelijke hoofddeksels van de vrouwen.  De rijkelijk versierde zilveren kronen vormen samen met de korte zijden jasjes en de gestreepte plissé rokjes de traditionele klederdracht van deze volksstam, die ongeschonden, diep in het verre China zijn rustige leven leidt.

donderdag 11 september 2014

11 september

Een datum die je niet zomaar vergeet.  Iedereen heeft zo zijn herinneringen aan zo'n datum.  Als ik diep in mijn geheugen graaf dan weet ik eigenaardig genoeg meer over de aardbeving in Agadir in 1960 dan over de moord op Kennedy in 1963.  De meeste mensen weten je nog te vertellen wat ze deden toen ze het bericht van de moord hoorden, terwijl niemand nog denkt aan die aardbeving die 15000 slachtoffers telde en waar de hele stad met bulldozers met de grond werd gelijkgemaakt.  Het zegt iets over prioriteiten.

Elf september was ook voor mij niet zo'n gewone dag, omdat ik vakantie had genomen om een concert in de kerk, de dag erna, voor te bereiden.
Ik zat aan de computer om prijslijsten voor drankjes en  wegwijzers te ontwerpen en af te drukken.  De radio stond zoals gewoonlijk op radio 2 afgestemd, gezellige muziekjes, een babbeltje af en toe; de perfecte achtergrond om op het klavier te tokkelen.
Kwart voor drie in de namiddag - ik drukte net de eerste papieren af - hoorde ik het nieuws, maar kon het niet bevatten.  'Welke idioot vliegt nu tegen zo'n toren? dacht ik, in de veronderstelling dat het om een sportvliegtuigje ging.  'Die moet zijn vliegbrevet een keer hernieuwen'  Ik geloofde mijn oren al helemaal niet toen ik hoorde dat het om een lijnvliegtuig ging.  'Die piloot zal wel te veel gedronken hebben' ging er door me heen.

Ik wijdde me verder aan mijn taken onderwijl vrolijk meezingend met de radio.  Geen vuiltje aan de lucht, ver van mijn bed...
Tot het twintig minuten later weer raak was.  Toen werd het toch echt wel bizar, maar ik was niet bezig met terrorisme, want de dag erna was er dat concert.  Het drong gewoon niet door.

En dan, als een mokerslag, besefte ik dat er iets heel groots en duisters gebeurde aan de andere kant van de wereld.  Ik holde als de bliksem de trap af en zette zonder commentaar de televisie op CNN. 
Als een konijn naar een slang staarde ik naar het scherm en besefte eindelijk de gruwel die daar gaande was.  Nooit eerder zat de wereld dichter bij zo'n massale ramp, want je zag de torens  ineenzakken, je zag de chaos, de paniek en alles in real time.  Hallucinant!

Ja, 11 september, leeft zeker nog in mijn herinnering.  Die apocalyptische beelden vergeet je nooit.



woensdag 10 september 2014

Trein twee (nieuwe versie)

Meer dan vijfentwintig jaar lang pendelde ik dagelijks met de trein naar Brussel en dat was heel dikwijls een echt avontuur.  Jarenlang ging het goed, af en toe eens een staking, af en toe eens een 'persoonlijk ongeval' (eufemisme voor iemand die het leven niet meer zag zitten en dus op het verkeerde spoor ging zitten) maar al bij al heel betrouwbaar.  Heen en weer in zo'n minuut of vijfenveertig.

En toen liep het mis.  Een of andere nieuwe topman wou zijn stempel drukken op de goed geoliede machine en dat is de trein nooit meer te boven gekomen. 

Een korte anekdote ter illustratie.
Een gewone ochtend in dat rampzalige treinjaar.  Ik word wakker gewekkerd om zes uur, zodat ik om acht uur kan inpunten op het werk.  Alles loopt vlotjes en zelfs de trein vertrekt op tijd.  En dan begint het avontuur.

Het is winter en ijskoud, maar de trein is lekker warm.  Ik verdiep me zoals gewoonlijk in een boek en kijk niet op of om, maar er klopt iets niet.
Jarenlang reizen op hetzelfde traject geeft je een soort ingebouwde klok mee: 'Het geluid van het ondergrondse station in Mortsel', 'De tweelingbrug bij Duffel', 'Het station Van Mechelen'  Zonder opkijken voel je waar je bent, hoor je waar de trein voorbijrijdt.

Die ochtend klopt er iets niet.  Ik kijk uit het raam en zie ... Antwerpen Noord.  Stilte in de luidsprekers.  'Ben ik op de verkeerde trein gestapt?  Ben ik op weg naar Roosendaal?'
De trein stopt met knarsende remmen, het licht gaat uit.  De luidsprekers zwijgen.  Na tien minuten malende gedachten en vragende ogen naar de medereizigers 'Wat is hier aan de hand?  Zijn we gekaapt?'  Eindelijk gekraak in de luidsprekers 'Geachte reizigers, de trein is op het verkeerde spoor terecht gekomen.  We kunnen pas weer vertrekken richting Brussel (toch de juiste trein!) als we toelating krijgen van het seinhuis.  Gelieve ons te verontschuldigen voor de opgelopen vertraging'
Zo is mijn trein naar Brussel op het rangeerstation Noord terechtgekomen: richting Nederland dus.  Rangeerstation Noord is nu het alom geroemde Park Spoor Noord.  Ik vermoed dat ze de sporen daar hebben verwijderd om de treinen naar Brussel op het juiste spoor te houden.

Ondertussen is het bijna tijd om op het werk in te punten en de trein staat nog altijd in Antwerpen Noord.  En het wordt kouder en kouder, want samen met het licht is ook de verwarming uitgevallen.
Eindelijk, rond negen uur,  floept het licht weer aan, begint de verwarming weer te draaien en komt de trein in beweging, traag maar zeker.  Traag, want het duurt bijna een half uur voor de trein het station Antwerpen Oost passeert om dan eindelijk in Berchem het spoor naar Brussel weer te vinden.

Aan het einde van de rit, om elf uur, vraagt de stem in de luidspreker nogmaals of we haar willen verontschuldigen.  Een waarom ook niet?  De trein is altijd een beetje reizen en onvoorziene omstandigheden horen daarbij.



maandag 8 september 2014

Trein

Meer dan vijfentwintig jaar lang pendelde ik dagelijks met de trein naar Brussel en dat was heel dikwijls een echt avontuur.  Jarenlang ging het goed, af en toe eens een staking, af en toe eens een 'persoonlijk ongeval' (eufemisme voor iemand die het leven niet meer zag zitten en dus op het verkeerde spoor ging zitten) maar al bij al heel betrouwbaar.  Heen en weer in zo'n minuut of vijfenveertig.

En toen liep het mis.  Een of andere nieuwe topman wou zijn stempel drukken op de goed geoliede machine en dat is de trein nooit meer te boven gekomen.  Heel het tijdschema werd overhoop gehaald waardoor zelfs de machinisten niet meer wisten waarheen ze reden.  Zo is mijn trein naar Brussel ooit eens op het rangeerstation Noord terechtgekomen: richting Nederland dus.  Rangeerstation Noord is nu het alom geroemde Park Spoor Noord.  Ik vermoed dat ze de sporen daar hebben verwijderd om de treinen naar Brussel op het juiste spoor te houden.

Een gewone ochtend in dat rampzalige treinjaar.  Je wordt wakker gewekkerd om zes uur, zodat je om acht uur kan inpunten op het werk.  Alles loopt vlotjes en zelfs de trein vertrekt op tijd.  En dan begint het avontuur.

Het is winter en ijskoud, maar de trein is lekker warm.  Ik verdiep me zoals gewoonlijk in een boek en kijk niet op of om, maar er klopt iets niet.
Jarenlang reizen op hetzelfde traject geeft je een soort ingebouwde klok mee: 'Het geluid van het ondergrondse station in Mortsel', 'De tweelingbrug bij Duffel', 'Het station Van Mechelen'  Zonder opkijken voel je waar je bent, hoor je waar de trein voorbijrijdt.

Die ochtend klopt er iets niet.  Ik kijk uit het raam en zie ... Antwerpen Noord.  Stilte in de luidsprekers.  'Ben ik op de verkeerde trein gestapt?  Ben ik op weg naar Roosendaal?'
De trein stopt met knarsende remmen, het licht gaat uit.  De luidsprekers zwijgen.  Na tien minuten malende gedachten en vragende ogen naar de medereizigers 'Wat is hier aan de hand?  Zijn we gekaapt?'  eindelijk gekraak in de luidsprekers 'Geachte reizigers, de trein is op het verkeerde spoor terecht gekomen.  We kunnen pas weer vertrekken richting Brussel (toch de juiste trein!) als we toelating krijgen van het seinhuis. Gelieve ons te verontschuldigen voor de opgelopen vertraging'
Ondertussen is het bijna tijd om op het werk in te punten en de trein staat nog altijd in Antwerpen Noord.  En het wordt kouder en kouder, want samen met het licht is ook de verwarming uitgevallen.
Eindelijk, rond negen uur,  floept het licht weer aan, begint de verwarming weer te draaien en komt de trein in beweging, traag maar zeker.  Traag, want het duurt bijna een half uur voor ik het station Antwerpen Oost zie passeren en dan eindelijk Berchem.

Aan het einde van de rit, om elf uur, vraagt de stem in de luidspreker nogmaals of we hem willen verontschuldigen.  Een waarom ook niet?  De trein is altijd een beetje reizen en onvoorziene omstandigheden horen daarbij.



zaterdag 6 september 2014

De eerste stap

Het is zover!  Ik ben toegelaten op de schrijfschool, cursus 'Literaire creatie' in de academie van Borgerhout.

Dit heb ik al heel lang gewild: schrijven voor lezers.  Ik heb altijd voor mezelf geschreven: vooral dagboeken en reisjournaals, maar nu heb ik de tijd om er iets meer uit te halen.  De ideeën borrelen al een tijdje, maar het kwam er nooit van.

Op mijn zevende -ik kon net een pen vasthouden- schreef ik ooit een gedichtje dat in al zijn kinderlijke eenvoud begon met 'Aan 't tafeltje, aan 't tafeltje, ieder krijgt een wafeltje...'  Vraag me niet wat er vervolgens gebeurde, want dat is gelukkig ver weggemoffeld in de grijze stof.

Mijn volgende, ietwat meer uitgewerkte schrijfsels waren de zielenroerselen van een vijftienjarige.  Als ik dat allemaal nog eens lees (ja ik heb die dagboeken nog) dan heb ik meer inzicht in het leitmotiv van mijn leven.  Mogelijk schrijf ik wel eens wat colums over het leven in de boeiende sixties en seventies van de vorige eeuw.  Het was een supertijd en zeker voor een hippie (vrij en ongebonden) zoals ik.

Elk jaar een avontuurlijke reis gaf me telkens weer nieuwe schrijfinspiratie.  In de tent, bij het licht van de zaklamp, in de kale kamer van een hostel, in de wachtruimtes van vliegvelden en stations, overal schreef ik over wat me opviel, welke avonturen ik beleefde, over de mensen die ik ontmoette.  Die verhalen wil ik een nieuw elan, een vleugje literatuur meegeven, zodat een lezer met me kan meereizen en de wereld kan zien vanuit mijn standpunt.

Ergens op mijn weg mondde een uitgelopen discussie over familiegeheimen uit in jarenlange opzoekingen in archieven naar mijn voorouders.  Minstens één leven springt eruit als geen ander: de overgrootmoeder die heel de discussie in de familie op gang bracht.  Zij leefde in de negentiende eeuw en ze is voor mij het voorbeeld van een geëmancipeerde vrouw.  Dat verdient toch een boek!